|
||||||||
Helemaal out of the blue, komt ons deze CD aangewaaid vanuit Toulouse. Geen idee hoe men ons op het spoor kwam, maar wel bijzonder blij dàt het gebeurde, want dit is een heel fijne plaat geworden. Het NILOK 4Tet bestaat nu een zestal jaar en is het geesteskind van bassist Colin Jore, die met twee trouwe kompanen, drummer Fabien Duscombs en saxofonist/fluitist/klarinettist Yvan Picault sindsdien aan het werk ging om een plaatsje te verwerven in de drukke en levendige jazz-scene van Toulouse. Dat doen ze met uitsluitend eigen werk, zo goed als allemaal door Jore geschreven en heel gevarieerd van opzet, zoals de hele jazz-traditie eigenlijk werd opgebouwd: moeilijk te vatten en erg divers van uitzicht. Bij Jore speelt de invloed van filmmuziek naar eigen zeggen een erg belangrijke rol en dat gegeven gebruikt hij om schetsen uit te schrijven, op basis waarvan de muziek zich vrij kan ontwikkelen en waarbij groove en improvistie afgewisseld worden met meer contemplatieve en psychedelische momenten. Al met al zijn dat veel woorden voor één begrip: jazz. Eind 2016 stelde Jore trombonist Daniel Zimmermann voor om zich bij het tot dan uit drie muzikanten bestaande gezelschap te voegen, zodat het een meer orkestrale invulling kreeg. Hij stapte mee en na een serie repetities en concerten bleek hij een vast deel van de band te zijn geworden en begin dit jaar kwam ook pianist Julien Touéry de rangen vervoegen, zodat we pas sinds dan kunnen spreken over een kwartet + Zimmermann en daarvan is deze bijna 70 minuten lange plaat dus het debuut. Dat bestaat uit acht tracks, die al eens het dozijn minuten durven te overschrijden en die elk apart eigenlijk een soort mini-concertjes zijn, waarbij nu eens de een en dan weer de ander meer op de voorgrond mag treden. Sommige van de stukken zijn speciaal voor de plaat geschreven, andere zijn herwerkingen van ouder materiaal en wat steevast weerkeert, zijn de klare en duidelijke thema’s die Jore aanbracht en die, zoals het hoort, de speeltuin zijn, waar de andere muzikanten zich naar hartenlust mogen in vermaken, op de enkele voorwaarde, dat ze erover waken samen te spelen. Dat kan bij momenten tot erg contrasterende klanken leiden, maar, doordat de heren weten hoe ze met hun improvisatie moeten omgaan, krijg je aan het eind het gevoel naar een erg samenhangend geheel te hebben geluisterd: elk van de muzikanten krijgt de gelegenheid om de leiding op te nemen, maar het resultaat van elke solo moet kennelijk passen in één opzet: de totaliteit moet beter klinken dan het geval zou geweest zijn, ls de solo er niet geweest was. Heel soms gaat het gezelschap collectief aan het improviseren en vergt het een ietsje meer moeite van de luisteraar om “erin” te kunnen komen, maar over het algemeen is dit een heel heldere plaat, die niet vereist dat je een geoefend jazz-oor hebt om ze te kunnen appreciëren. Het volstaat dat je even op zoek gaat naar “Runn” -via bijgaande link, of naar “Au Coeur du Mal” om te begrijpen wat ik bedoel. Bijzonder aangename kennismaking met een ensemble dat, wat ons betreft, niet erg lang hoeft te wachten om onze richting uit te komen…. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||